Toepassingskaart 10 Uitvoeren handelingsplan rekenen

Toepassingskaart 10 Uitvoeren handelingsplan rekenen

 

Signaleren
Tijdens het gesprek met de mentor is er gesproken over Karel. die moeite heeft met het rekenen op het gebied van optellen. Karel heeft vooral moeite met het optellen tot tien en het lukt hem absoluut niet om foutloos op te tellen tot twintig. Hoewel het probleem bij de leerkrachten wel bekend is, is er voor Karel nooit specifiek iets gedaan. Het is dus een doelstelling voor mij om met Karel aan de slag te gaan, zodat het maken van kleine optelsommen tot tien geen probleem meer moeten zijn, min of meer geautomatiseerd moeten zijn en dat hij inzicht krijgt in die sommen. Karel moet aan het einde van planperiode de sommen uit zijn hoofd kunnen maken. Uiteraard zal dit in stappen worden aangeboden om Karel tot dit inzicht te laten komen en de doelstelling te kunnen laten halen.
 
Diagnostiseren
Diagnostisch gesprek
Ik heb Karel op een ochtend tijdens het spelen en werken bij me geroepen met de vraag of hij met mij even een opdracht wilde doen. Karel vond het in eerste instantie prima en kwam bij me zitten. We zaten aan een tafeltje dat niet in de drukte van andere leerlingen stond. Ik vertelde Karel dat we een aantal sommen zouden maken, maar dat hij me moest vertellen hoe hij dat deed en wat het antwoord was. Ik vroeg hem om hardop te zeggen wat hij in zijn hoofd deed. Tijdens het gesprek bleek het best moeilijk om dat er uit te krijgen.
De sommen die ik hem heb gegeven, zijn:

            1 + 2
            2 + 3
            4 + 2
            5 + 3
            6 + 1
            1 + 5
            2 + 2
            3 + 3
            1 + 7
            2 + 1

 
Tijdens het gesprek heb ik sommige sommen dubbel gevraagd, of omgekeerd, omdat ik benieuwd was waarmee Karel dan zou komen. Er waren maar enkele sommen goed beantwoord en ik merkte dat hij die sommen ‘uit zijn hoofd wist’. Bij sommen die hij moeilijker vond, ging Karel doortellen, maar vaak met een of twee getallen te weinig waardoor hij net naast het antwoord zat. Karel ziet het verband tussen twee opeenvolgende sommen totaal niet (1+2=3, dus dan is 2+1 ook 3. Of 1+1=2 en 1+2 is dan eentje meer). Ik wil gaan werken aan het doortellen en aan het krijgen van overzicht/inzicht.
 
Definitieve diagnose
Uit het diagnostisch gesprek blijkt dat Karel moeite heeft met het optellen tot tien, waarbij zijn oplossingsmanier van het doortellen fout loopt. Ook omdraaiingen lukken hem nog niet. Ik ga daarom met Karel aan de slag met het doortellen bij optelsommen tot tien.
 
Remediering
Als handelingsplan heb ik het volgende opgesteld:
 
Naam:                       Karel (jongen)
Leeftijd:                     6 jaar
Groepsverloop:        Oudste kleuter, groep 2
Start van het handelingsplan:         9 mei tot en met 30 mei 2012
Opgesteld door:        Jordy de Bruyn
Datum van invullen:             17 april 2012
Evaluatiedatum:        30 mei 2012
 
Hoe gaat er geëvalueerd worden?           
Diagnostisch gesprek met Karel
 
Welke doelen moeten bereikt worden?
Karel moet aan het einde van de periode van dit handelingsplan kleine optelsommen tot tien min of meer geautomatiseerd hebben en inzicht hebben in optelsommen tot twintig.
 
Welke activiteiten kunnen gedaan worden?
Er moeten een aantal stappen terug worden gedaan om het stappenplan van optellen opnieuw aan Karel zichtbaar te maken. Allereerst wordt begonnen met het visueel en concreet aanbieden van de optelsommen. Vervolgens wordt dit steeds abstracter gemaakt. Aan het einde moet Karel sommen uit het hoofd kunnen maken. De som blijft zichtbaar voor hem op papier.
 
Met welke middelen?
Materialen om de sommen visueel te maken. Stappenplan om de sommen abstracter te maken. Flitskaartjes met optelsommen tot tien.
 
Wie doet wat, wanneer en hoe lang?
Jordy begeleidt Karel iedere maandag tijdens het spelen en werken. De periode bevat vier maandagen. Hierop zal steeds tien tot vijftien minuten met Karel geoefend worden (in een of twee keer per maandag). Daarbij wordt geoefend met het sommen zien, begrijpen, abstraheren en tenslotte automatiseren.
 
Vervolgsuggesties
-          In te vullen vanaf start
Oudercontacten
-          Plannen met mentor?
Uitkomsten evaluatiegesprek
-          In te vullen vanaf 30 mei
 
Les 1: ganzenbord
Tijdens deze les heb ik met Karel het spel ganzenbord gespeeld waarbij hij steeds moest doortellen met de gegooide aantal ogen. Het ging goed, waarschijnlijk vanwege het spelelement.
 
Les 2: telbegrip
Vanuit de ontwikkelingsmaterialen heb ik het volgende spel gepakt en met Karel gespeeld: telbegrip. Bij dit spel is het de bedoeling dat Karel de stippen op het plaatje telt, vervolgens de goede cijfers eronder legt, er een som van maakt, het antwoord erbij zoekt (dus weer doortellen) en er daarna nog een stippensom van kan maken. Op drie manieren komt Karel zo met de som in aanraking en kan hij oefenen met de aanpak van het optellen. Het fijne is dat Karel hierbij terug kan vallen op een stap ervoor, dus hij kan nog heel concreet tellen, maar ziet ook al de formele/abstracte som. Dit ging goed, hoewel hij nog veel moeite had met het antwoord. Karel wil graag hele moeilijke sommen maken, maar beheerst de basis nog niet.
 
Les 3: telbegrip – vervolg
Nogmaals telbegrip gespeeld. Het gaat nu al beter met het doortellen en ook de formele sommen uitrekenen begint te komen. Het spel is af en toe omgedraaid door mij om Karel het goede plaatje bij de goede som te laten vinden. Eerst dus het formele en dan het concrete erbij kunnen zoeken. Dit ging prima, hoewel Karel het best lastig vondt in het begin.
 
Les 4: flitskaartjes
Een ander spelletje, dus Karel is weer gefocust. Dit keer staan er sommen op de flitskaartjes. Ik begin door een soort memory van de kaartjes te maken. Waar vind het de som in stippen, waar vind je het antwoord? Enzovoort. Vervolgens even kort geprobeerd te ‘flitsen’ met de stippen en de abstracte sommen, maar dit is nog erg moeilijk, omdat het wat snel gaat.
 
Les 5: flitskaartjes – vervolg
Heel kort memory gedaan door alle plaatjes bij elkaar te zoeken terwijl ze al naar boven ‘open’ liggen. Daarna verder gegaan met het flitsen en het gaat al iets beter. Soms grijpt Karel nog terug op het concrete, maar dat is prima en mag.
 
Les 6: telbegrip & flitskaartjes – afsluiting
Als afsluiting doen we nog een keer telbegrip samen, waarbij ik het spel combineer met de flitskaartjes. We oefenen een paar sommetjes en maken dan een som uitgebreid op het spelbord van telbegrip. Het gaat goed, maar ik merk dat Karel er een beetje klaar mee is. Na tien minuutjes stoppen we dan ook lekker en gaat hij even zijn eigen gang.
 
Na het werken met Karel valt het me op dat hij tijdens het spelen en werken steeds vaker zelf bezig is met telbegrip en andere rekenspelletjes. Blijkbaar is zijn interesse toch wel gewekt voor het rekenen en heeft hij door wat hij al wel kan, in plaats van de frustratie van het niet kunnen. Leuk om te zien!
 
Reflectie
Karel heeft nu minder moeite met het optellen tot tien, vooral met de aanpak van het doortellen gaat het goed. Karel is geïnteresseerd geraakt in rekenen en heeft nu meer motivatie om door te oefenen. Het zou goed zijn als de leerkrachten van Karel het blijven stimuleren en het flitsen blijven herhalen. Ik heb geleerd om creatief om te gaan met de materialen die voor handen zijn in de klas en om een leerling te begeleiden naar een stapje verder.

Doorzoek de website

© 2012 Alle rechten voorbehouden.