Toepassingskaart 6: Ouderinformatieavond
Opdracht A
Wij als school hebben een ouderavond gegeven over de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Hierin is kort naar voren gekomen wat de definitie is van de sociale ontwikkeling en de emotionele ontwikkeling. Daarnaast zijn per leeftijdsgroep de kenmerken genoemd.
Ook hebben wij als school de verwerking van de cognitieve ontwikkeling gehouden. Hier hebben we stellingen voor gehad, waarbij de ‘ouders’ moesten gaan staan als ze het er mee eens waren en blijven zitten als ze het er niet mee eens maken.
Motorische ontwikkeling
Motorische ontwikkeling kan je onderscheiden in 2 categorieën:
• Grove of grote motoriek (lopen, zwemmen, voetbal)
• Fijne of kleine motoriek (knippen, schrijven, naaien)
Om de fijne motoriek te beheersen moet je ook de grove motoriek beheersen.
Beheersing van het evenwicht is een voorwaarde om netjes te kunnen schrijven.
Leerlingen in de bovenbouw zijn vooral bezig met het verbeteren van de fijne motoriek. In de onderbouw is vooral de grove motoriek van belang.
Als leerkracht bovenbouw zal jij je dus vooral op fijne motoriek moeten richten. Hieronder volgen de mijlpalen voor de leerlingen in de bovenbouw per leeftijd.
8/9 jaar
Het kind kan:
• 30 seconden op één been staan stabiel
• over een balk lopen van 7 cm met twee keer een halve draai
• met 9 keer hinkelen negen meter overbruggen
• in ritme huppelen en in de handen klappen
• een koprol maken op verhoogd vlak ( 60 cm)
• meer dan 9 meter gooien met klein voorwerp
• dribbelen (stuiten en looppas) met grote bal
• naast het lichaam gegooide tennisballen vangen (afstand 3 meter)
10/11 jaar
Het kind kan:
• 60 seconden op één been staan stabiel
• over een balk lopen van 5 cm met twee keer een halve draai
• met 7 keer hinkelen negen meter overbruggen
• meer dan 6 meter gooien met grote bal
• meer dan 15 keer stuiten zonder naar de bal te kijken
• tennisballen met één hand vangen.
12/13 jaar
Het kind kan:
• 10 seconden op één been staan met ogen dicht
• met 5-6 keer hinkelen negen meter overbruggen
• meer dan 9 meter gooien met grote bal
• via de muur geworpen tennisballen vangen
Gevolgen voor motorische ontwikkeling voor jongens en meisjes kunnen zijn:
Jongens zijn sterk gericht op motorische ontwikkeling dus als je niet motorische sterk bent hoor je er niet bij. Als jij bijvoorbeeld niet goed bent in voetbal ben je minder populair.
Meisjes zijn gericht op een combinatie van sociale contacten, uiterlijk en motorische ontwikkeling. De motoriek is minder van belang dan bij de jongens.
Problemen die zich kunnen voordoen in de motorische ontwikkeling:
- Het kind heeft problemen met fijn motorische taken; knippen en knutselen
- Het kind heeft problemen met schrijven (slordig handschrift en/of laag schrijftempo)
- Het kind is onhandig (veel vallen, stoten, dingen omstoten)
- Het kind heeft een houterige motoriek
- Het kind heeft een opvallende houding
- Het kind heeft geen plezier in bewegen (gymlessen, spelen op straat)
- Het kind heeft veel angst in bewegingssituaties
- Het kind overschat of onderschat zichzelf bij bewegingstaken
- Het kind heeft te weinig of teveel spierkracht
- Het kind heeft een slappe of te hoge spierspanning
- Het kind doet bewegingen te hard of juist te zacht
- Het kind is heel druk (heeft moeite met stil zitten)
- Het kind heeft moeite zicht te concentreren
- Het kind is snel vermoeid
Eventuele doorverwijzingen:
- Kinderfysiotherapie
- Manuele therapie
- Kinderoefentherapie (Mensendieck en Cesar)
- Kinderergotherapie
- Motorische Remedial Teaching (MRT)
- Psychomotorisch kindertherapeut
- Speciale sportclubs (Club Extra, Special Gym)
- Sensomotorische therapie
Morele ontwikkeling
Kohlberg (1927-1987) heeft een theorie ontwikkeld over de morele ontwikkeling bij de kinderen.
- Preconventioneel stadium
weten wat goed of slecht is doorstraffen of beloning
- Conventioneel stadium
aanpassen aan de groepsnorm
- Postconventioneel stadium
eigen verantwoordelijkheid voor het naleven van waarden
Leerlingen in de bovenbouw zitten over het algemeen in het postconventionele stadium.
Belangrijk in deze fase zijn:
- In staat sociale begrippen te snappen en erover na te denken
- Nadenken over de groepsnorm
- Besef eigen verantwoordelijkheid
- Leerervaringen leiden tot zelfkennis
Opdracht B
Op mijn school worden er geen ouderinformatie avonden gehouden. Wel hebben ze 3x per jaar een rapport bespreking.
Tevens is de directeur of de leerkracht altijd aanspreekbaar voor vragen.
Opdracht C
Inleiding
In dit draaiboek is een complete ouderavond te vinden over de sociaal – emotionele ontwikkeling van het oudere kind. Het is van belang dat de ouders enthousiast worden gemaakt om naar de ouder avond te komen. Om dit te bereiken zal er een brief naar de ouders uitgaan met informatie over de ouderavond. In deze brief moeten de ouders ervan worden overtuigd dat het van het belang van het kind is dat je meer over deze ontwikkeling weet. Verder vind je in dit draaiboek een compleet progamma voor de avond met tijdsplanning. De PowerPoint presentatie en de hand- out voor de presentatie zijn als bijlage toegevoegd. Deze kunnen worden gekopieerd en gebruikt.
Hoe zorg je ervoor dat ouders de ouderavond niet willen missen?
De ouderavond moet een actueel onderwerp hebben. Dit onderwerp moet bij de leeftijd van de leerlingen passen en wordt op deze manier interessant voor ouders. Wanneer het onderwerp bekend is moeten de ouders op tijd worden geïnformeerd. Op deze manier hebben de ouders nog geen andere afspraken en kunnen de ouders alvast enthousiast worden.
Geef de ouders een brief waarin al informatie staat over het onderwerp. In deze brief moet je ervoor zorgen dat de belangrijke dingen niet verteld worden. Op deze manier krijgen ouders vragen en komen naar de ouderavond. Zorg dat je de ouders ook persoonlijk spreekt over de ouderavond. Maak als leerkracht duidelijk dat het belangrijk is voor de opvoeding en groei van hun kind. Wanneer je mondeling de ouders hierover spreekt is de kans dat ze enthousiast worden groter.
Hoe informeer je ouders en hoe zorg je ervoor dat de ouders de ouderavond niet vergeten?
Onderstaand schema wordt gebruikt om aan te houden wanneer we ouders informeren. De ouders krijgen een brief mee waarin staat waar de ouderavond over zal gaan en wanneer deze zal worden gegeven. Deze zal geruime tijd van te voren worden gegeven. Op deze manier voorkom je dubbele afspraken.
Een week van te voren krijgen ouders via de mail nog een herinnering van de ouderavond. Daarnaast zal er op de site een berichtje geplaatst worden op de startpagina van de site waar alle actuele nieuwsberichten worden geplaatst. Ook zal er tegen de leerlingen worden gezegd dat de ouderavond op het programma staat. Zo kunnen de kinderen thuis de ouders helpen herinneren
Brief met informatie |
4 weken voor de ouderavond |
E-mail herinnering |
1 week voor de ouderavond |
Bericht op de website |
1.5 week voor de ouderavond |
Leerlingen |
1 week voor de ouderavond |
Hoe zorg je ervoor dat ouders actief worden betrokken bij de ouderavond?
Aan de hand van verschillende actieve werkvormen worden de ouders betrokken bij een ouderavond. Hierbij kun je denken aan werkvormen die je ook bij de leerlingen gebruikt en nieuwe werkvormen die bij het onderwerp passen. Onderstaande werkvormen kun je gebruiken.
Discussievorm: Dit kan d.m.v. stellingen die bij het onderwerp passen.
Vertelvorm: Dit kan a.d.h.v. binnen en buiten kring.
Spelvorm: Dit kan d.m.v. van spellen als eens/oneens, staan/zitten.
Hoe zorg je ervoor dat het onderwerp voor zoveel mogelijk ouders interessant is?
Wanneer het over de opvoeding of ontwikkeling van het kind gaat is het voor ouders snel interessant. Bij elke leeftijdsgroep horen verschillende onderwerpen. Zorg dat het onderwerp aansluit bij de leeftijdsgroep waarin het kind zich begeeft. Wanneer het kind in de bovenbouw zit zou het onderwerp over ‘Pubers’ kunnen gaan. Dit is een onderwerp dat in de opvoeding bij elk kind aan de orde komt. Elke ouder komt op dit vlak moeilijkheden tegen.
Hoe zorg je voor heldere informatie en een goede presentatie?
Wanneer ouders naar een ouderavond komen hebben ze al voorkennis. Deze voorkennis kan tijdens deze ouderavond kort worden herhaald. Op deze manier zorg je ervoor dat alle ouders op het zelfde niveau beginnen als we kijken naar de voorkennis.
Ouders willen op z’n avond nieuwe informatie horen over het onderwerp. Ze zijn geïnteresseerd in feiten en mogelijkheden die ze in de praktijk kunnen uitvoeren. De presentatie moet dus op het niveau van alle ouders zijn.
De informatie tijdens de ouderavond moet kort en krachtig zijn. De ouders zijn niet geïnteresseerd in moeilijke namen en theorieën. Ze willen extra informatie weten die ze kunnen toepassen in de praktijk. De ouders willen tijdens de ouderavond erachter komen hoe ze hun kind beter kunnen helpen en begeleiden. Ongeacht het onderwerp kan je dit altijd toepassen. Zorg dat ouders meer kennis krijgen over het onderwerp en veel dingen in de praktijk kunnen toepassen zodat de kinderen nog beter worden begeleid en opgeleid.
Zorg dat de ouders zich niet aangevallen voelen door de informatie. Het moet duidelijk zijn dat de ouders het niet moeten gebruiken, maar mogen en kunnen gebruiken.
Hoe zorg je voor een goed programma?
De indeling voor een ouderavond kan volgens onderstaand schema. In het programma moet afwisseling zijn in de werkvormen. Daarbij moet de pauze niet worden vergeten.
Open zaal met koffie/thee
Openingswoord van de avond.
Inleiding van het onderwerp met kennisbasis
Pauze met koffie/thee
Nieuwe informatie (ppt, poster) wat bedoel je hier mee:P??
Actieve werkvorm
Vragen ronde
Afsluiting
Informeren van de ouders:
Brief met informatie |
4 weken voor de ouderavond |
Brief herinnering |
1 week voor de ouderavond |
Bericht op de website |
1.5 week voor de ouderavond |
Leerlingen |
1 week voor de ouderavond |
Programma ouderavond:
19.30 uur Zaal gaat open. Ouders kunnen een kopje koffie/thee krijgen in de aula.
20.00 uur Openingen van de ouderavond. Deze wordt gevolgd door het begin van de presentatie
20.30 uur Pauze. Ouders kunnen een kopje koffie/thee krijgen in de aula
20.45 uur Vervolg presentatie. Deze wordt gevolgd door bijhorende werkvorm.
21.15 uur Rondvraag
21.30 uur Afsluiting ouderavond. Ouders ontvangen hand- out met informatie.
Bijlage 1. Uitnodiging ouderavond
Beste ouders/verzorgers,
Op 4 juli a.s. zal er een ouderavond georganiseerd worden. Deze ouderavond zal gaan over de ‘Sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Tijdens deze ouderavond zult u informatie krijgen die bij de leeftijd van uw kind passen.
Het sociaal-emotionele gebied van een kind is een breed begrip. Deze avond zullen we het hebben over het zelfbeeld en zelfvertrouwen van een kind. Dit speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van uw kind. Daarnaast zullen we het hebben over de gevoelens van kinderen en de sociale vaardigheden en relaties die een kind opbouwen in hun leven. Daarbij krijgt u tips om te kunnen handelen in praktijk.
We kijken erg uit naar u komst. Het zal een zeer geslaagde avond worden en hopelijk gaat u met een positief gevoel naar huis. U weet weer een stukje meer over een kind.
Met vriendelijke groet,
Het schoolteam van ‘De Zonnestraal’
Bijlage 2. Uitnodiging/herinnering ouderavond incl. programma
Beste ouders/verzorgers,
Even ter herinnering ontvangt u deze e-mail. Volgende week op woensdag 4 juli zal er een ouderavond georganiseerd worden. Deze avond zal gaan over de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Het programma van deze avond is als volgt:
19.30 uur De zaal gaat open. U kunt een kopje koffie/thee nuttigen in de aula.
20.00 uur Opening informatie avond. Deze wordt gevolgd met het begin van de presentatie
20.30 uur Pauze
20.45 uur Vervolg presentatie.
21.15 uur Rondvraag
21.30 uur Afsluiting
Wij hopen dat u in de gelegenheid bent om deze avond bij te wonen. Wilt u zo vriendelijk zijn onderstaand strookje in te vullen en mee te geven aan uw kind voor dinsdag 3 juli.
Met vriendelijke groet,
Het schoolteam van ‘De Zonnestraal’
Bijlage 3. Stukje voor op de schoolsite.
Beste ouders/verzorgers,
A.s. woensdag 4 juli is de ouderavond op de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Vergeet u deze avond niet? Het programma ziet er als volgt uit:
19.30 uur De zaal gaat open. U kunt een kopje koffie/thee nuttigen in de aula.
20.00 uur Opening informatie avond. Deze wordt gevolgd met het begin van de presentatie
20.30 uur Pauze
20.45 uur Vervolg presentatie.
21.15 uur Rondvraag
21.30 uur Afsluiting
Wij hopen dat u allen op deze avond aanwezig zult zijn. Het belooft een leerzame en gezellige avond te worden.
Met vriendelijke groet,
Het schoolteam van ‘De Zonnestraal’
Tekst presentatie Sociaal-emotionele ontwikkeling
Belangrijke onderwerpen
- Zelfvertrouwen en weerbaarheid
- Gevoelens van zichzelf en anderen
- Inleven in de ander
- Waarden en normen
- Conflictsituaties oplossen
- Relaties en seksualiteit
Zelfvertrouwen en weerbaarheid
Het zelfvertrouwen van een kind hangt af hoe het kind naar zich zelf kijkt. Die kijk noemen we het zelfbeeld.
Het zelfbeeld wordt in belangrijke mate gevormd door de spiegel die andere kinderen het kind voorhouden.
Het zelfbeeld kan positief zijn, of negatief. Een kind met een positief zelfbeeld toont veel zelfvertrouwen, een kind met een negatief zelfbeeld weinig zelfvertrouwen.
Zelfvertrouwen maakt een kind weerbaar en minder afhankelijk van het oordeel van andere. Het geeft ze de moed voor hun eigen mening uit te komen, initiatief te tonen en nieuwe dingen te beginnen.
Gevoelens van zichzelf en anderen
Bij het onderwerp gevoelens is het van belang dat de kinderen en de leerkracht rekening houd met het verschil tussen de kinderen. In sommige culturen is het helemaal niet gewoon om gevoelens te uiten en in anderen culturen weer wel.
Om erachter te komen welke gevoelens er spelen in de klas is het nodig de kinderen te stimuleren deze gevoelens te uiten. Dit kan d.m.v. gesprekken, maar ook drama, muziek, dans en beeldende expressie kunnen hiervoor gebruikt worden. Deze vormen zijn minder direct dan een gesprek, en zullen de kinderen meer motiveren om deel te nemen.
Inleven in de ander
Als je in de huid van anderen kunt kruipen, ben je beter in staat anderen te begrijpen, aan te moedigen, te helpen, te troosten en rekening met hen te houden. We noemen dat rolneming.
Waarden en Normen
Waarden en normen zijn belangrijk omdat ze richting geven aan ons bestaan: ze beïnvloeden ons doen en laten, ons zelfbeeld en zelfvertrouwen, onze relaties met anderen.
Kinderen met een andere culturele en etnische achtergrond gaan heel bewust om met waarden en normen, omdat zij dagelijks geconfronteerd worden met verschillende en soms conflicterende waarden. Dat ze een minderheid vormen in onze samenleving geeft hen in dat opzicht een voordeel. Het is belangrijk, dat we kinderen leren omgaan met waarden en normen. Zowel met waarden en normen die thuis gelden, als die op school gelden en die in de omgeving gelden en eventuele verschillen daartussen. Door kinderen te helpen waarden en normen te verhelderen, helpen we hen bewust te worden van hun eigen denken en handelen, met als achterliggend doel een groeiende zelfstandigheid, toenemend zelfvertrouwen en een zelfbewuste levenshouding.
Conflictsituaties oplossen
In school zijn grote en kleine conflicten aan de orde van de dag. In een kleine ruimte samenleven met veel mensen, leer je niet zomaar. Ruzies kunnen de sfeer in de klas verpesten, maar het is niet aan te raden om ze uit de weg te gaan. Later komen kinderen ongetwijfeld in aanraking met conflicten. In plaats van deze conflicten af te doen als lastig, kunnen we ze onder het motto 'al doende leert men' ook aangrijpen als oefenmomenten voor het leren omgaan met conflicten. Dit geldt zowel voor conflicten tussen kinderen als voor conflicten tussen volwassenen en kinderen.
Relaties en seksualiteit
Kinderen komen dagelijks, via de media, ervaringen thuis of op straat in aanraking met positieve en negatieve aspecten van relaties en seksualiteit. Logisch dat ze daar op school over vertellen en vragen over stellen. Tenminste, als daar ruimte voor is en hun ervaringen en vragen niet gesmoord worden in een ongemakkelijke taboesfeer, bijvoorbeeld als het indruist tegen de waarden en normen die kinderen van huis uit meekrijgen.
Daarnaast vraagt ook de ontwikkeling van de eigen seksualiteit van kinderen aandacht. Door ze goed te begeleiden en te stimuleren kan voorkomen dat kinderen moeite krijgen met de eigen seksualiteitsbeleving, met hun zelfbeeld, met hun vermogen intieme relaties met anderen aan te gaan.
De leerlijnen
De leerlijn beschrijft doelen voor de verschillende leeftijdsgroepen.
De doelen kunnen verdeeld worden in drie terreinen met een globaal doel dat geld voor elke leeftijdsgroep.
Zelfvertrouwen
|
Bevorderen van het zelfvertrouwen en de sociale weerbaarheid (zelfbeeld, zelfbewuste houding) |
Gevoelens, wensen en opvattingen |
Leren omgaan met gevoelens, wensen en opvattingen van jezelf en anderen (positieve en negatieve gevoelens, seksuele gevoelens, rolneming en rolgedrag, vooroordelen en discriminatie) |
Sociale vaardigheden en relaties |
Ontwikkelen van sociale vaardigheden (samenwerken, omgaan met conflicten) en relaties (vriendschap, verliefdheid, liefde). |
Zelfvertrouwen
4-6 jaar: Ontdekken dat iedereen uniek is.
6-8 jaar: Ontdekken de eigen mogelijkheden, kenmerken, wensen, gevoelens, beperkingen en voorkeuren
8-10 jaar: Ontdekken dat veel eigenschappen en vaardigheden niet vastliggen, maar ontwikkeld kunnen worden en ontwikkelen een zelfbewuste houding. (in de levenslijn van baby tot 10 jarige)
10-12 jaar: Ontdekken dat veel eigenschappen en vaardigheden niet vastliggen, maar ontwikkeld kunnen worden en ontwikkelen en zelfbewuste houding. (o.a. lichamelijke veranderingen, puberen)
Gevoelens, wensen en opvattingen
4-6 jaar
- Gaan bewust om met gevoelens, wensen en opvattingen en kunnen deze voor anderen begrijpelijk uiten.
- Staan open voor gevoelens, wensen en opvattingen van anderen
- Ontdekken dat er verschillen in opvattingen bestaan
- Zien in dat thuis, op school en op straat verschillende regels nodig zijn.
6-8 jaar
- Gaan bewust om met gevoelens, wensen en opvattingen en kunnen deze voor anderen begrijpelijk uiten.
- Staan open voor gevoelens, wensen en opvattingen van anderen.
- Kunnen zich inleven in gevoelens, wensen en opvattingen van anderen.
- Zien in dat regels door mensen zijn bedacht en ook door mensen kunnen worden veranderd of afgeschaft.
8-10 jaar
- Gaan bewust om met gevoelens, wensen en opvattingen en kunnen deze voor anderen begrijpelijk uiten.
- Kunnen zich in leven in gevoelens, wensen en opvattingen van anderen.
- Houden rekening met de ander en staan open voor de opvattingen van anderen.
- Onderkennen vooroordelen en discriminatie
- Ontdekken de relatie tussen rol en verwachtingspatroon en de wijzigingen in beide onderinvloed van tijd en cultuur.
10-12 jaar
- Gaan bewust om met gevoelens, wensen en opvattingen en kunnen deze voor andere begrijpelijk uiten.
- Houden rekening met de ander en staan open voor opvattingen van anderen.
- Houden rekening met verschillen en overeenkomsten tussen etnische groepen.
- Noemen uitingsvormen van discriminatie en weten waardoor discriminatie kan ontstaan.
- Zien in hoe sekserollen ontstaan en worden aangeleerd.